Als je rittens van een opvang of rattery haalt, zullen deze al goed tam zijn. Tam houdt in, ze bijten niet, zijn gewend aan mensen en je ratjes laten zich makkelijk oppakken.

Je hebt je rittens opgehaald, maar wat dan?

Laat ze de eerste dag even met rust. Dit is heel belangrijk omdat ze net veel stressfactoren ervaren hebben. Ze zijn weg bij hun mama en broertjes of zusjes, hun vertrouwde omgeving is weg en vervangen door een nieuwe (spannende) omgeving en de rittens hebben net een reis achter de rug. Ze hebben even de tijd nodig om dit te verwerken en te wennen aan alles wat nieuw is. Gun ze die tijd ook. 

De volgende dag kun je beginnen met aandacht geven. Praat veel tegen je nieuwe huisdiertjes en kijk of ze wat lekkers komen aanpakken. Iedere rat is hierin anders, de ene komt meteen naar je toe en wil uit de kooi bij je knuffelen, en de andere vinden het allemaal nog een beetje spannend. Mochten je rittens in die laatste categorie vallen, dan zal je de rittens langzaamaan moeten laten zien dat ze jou kunnen vertrouwen. Er zijn 2 manieren om dit te doen, je zult zelf moeten kijken wat je het fijnste vind. Ik zal ze in elk geval beide beschrijven. 

Manier A.

Zorg dat rittens een kooi hebben met minimaal één plek om zich veilig in terug te trekken, maar overdrijf dit nog niet. Praat veel tegen ze, leg rustig je hand in de kooi, en wacht vooral af tot ze naar jou toe komen. Ga je ratjes niet oppakken als ze duidelijk aangeven dat ze dit nog niet fijn vinden. Werk aan vertrouwen. Het zou ideaal zijn als je de kooi bij de bank kunt zetten, zodat je het deurtje open kunt laten en ze zo de bank op kunnen. Op die manier kunnen ze op hun eigen tempo de wereld buiten de kooi gaan ontdekken. Je kunt bijvoorbeeld iets lekkers buiten de kooi zetten en dit langzaamaan steeds iets verder weg verplaatsen. Hiermee motiveer je de rittens om steeds iets verder te durven gaan. Ook kun je dan zelf langzaam steeds iets dichter bij de kooi gaan zitten, zodat ze steeds dichter bij jou gaan komen. Dit kan best een tijdje duren. Ga vooral niks forceren. Leg je hand plat en wacht tot je ratje zelf komt kijken. 

Manier B.

Zorg dat je een goed ingerichte kooi hebt met veel huisjes en schuilplekjes, dit helpt voor de rittens om ze een veilig gevoel te geven. Wacht niet tot de rittens naar jou toe komen, maar pak ze zelf regelmatig uit de kooi. Je kunt ze meenemen op de bank en met ze knuffelen, of je kunt hiervoor een speciale knuffelzak aanschaffen. Door ze steeds op te pakken en mee te nemen, gaan ze steeds meer wennen dat dit 'normaal' is en gaan je ratjes het steeds minder eng vinden. Deze manier gaat vaak wel iets sneller dan manier A.